- 1 Was de radijsjes met blad in koud water. Snijd het loof van de radijs maar laat een stukje groen er aan. Bewaar het radijsjes-loof.
- 2 Breng water aan de kook, voeg radijsjes, zout, de rodewijnazijn, een teentje knoflook en de chilipeper toe en gaar de radijsjes in 10-12 minuten.
- 3 Haal ze van de warmtebron af en laat ze in het kookvocht staan.
- 4 Kook de krieltjes (met schil) met zout in circa 10 minuten beetgaar. Giet ze af en spoel er koud water over.
- 5 Snijd de varkenshaas in dikke plakken en bestrooi ze met zout en peper.
- 6 Pureer het radijsloof met de rest van de knoflook, kaas, pijnboompitten en olijfolie tot een gladde saus.
- 7 Giet de radijsjes af en dep ze droog. Bak de krieltjes in de helft van de olie 5 minuten. Schep ze uit de pan en houd ze even warm.
- 8 Stoof de radijsjes in het bakvet 3 minuten.
- 9 Bak de varkenshaas in de rest van de olijfolie in een andere koekenpan aan beide kanten 2-3 minuten.
- 10 Serveer de varkenshaas met de radijsjes en de krieltjes en giet er wat van de groene saus omheen.
wijnadvies
Rosé Vega Libre. Maar rood is ook aan te bevelen, bijvoorbeeld Beaujolais Villages.