- 1 Klop de bloem en melk door elkaar tot er geen klontjes meer te zien zijn. Klop de eieren een voor een erdoor en voeg een snufje zout toe. Laat het beslag 10 minuten staan en klop dan nog eens goed door. Rooster het amandelschaafsel in een droge, hete koekenpan goudbruin.
- 2 Verhit steeds een klontje boter in een koekenpan en bak hierin van het beslag circa 12 dunne pannenkoeken. Houd ze eventueel warm in de oven of boven een pan met een laagje kokend water.
- 3 Breng de room aan de kook en giet op de chocolade in een kom. Voeg een snuf kaneel toe en klop tot de chocolade helemaal is gesmolten. Bestrijk de pannenkoeken met deze ganache en rol op. Snijd de rollen in plakken en leg de rolletjes naast elkaar op een schaal. Bestrooi met de amandelen en serveer met stroop naar smaak.