Ovenschotel met worst en bloemkool

• 1 Kook de aardappelblokjes in ruim water met zout gaar. Giet de aardappels af, stamp ze fijn met de warme melk en roer het ei erdoor. Breng de puree op smaak met zout en peper en nootmuskaat. Zet apart.
• 2 Blancheer de bloemkoolroosjes in kokend water met zout in circa 4 minuten beetgaar. Giet ze af en spoel ze af met koud water.
• 3 Verwarm de boter, bak hierin de saucijzen kort om en om bruin en zet ze apart. Maak ondertussen de bechamelsaus volgens de aanwijzingen op de verpakking met de melk.
• 4 Verwarm de oven voor op 180°C. Vet een ovenschaal in met wat braadvet en vul de schaal met de aardappelpuree. Leg hierop de bloemkoolroosjes en druk ze een beetje aan. Maal wat peper over de bloemkool en giet de bechamelsaus erover. Leg de saucijzen in de bechamelsaus en steek de laurierblaadjes ernaast. Bak de ovenschotel in circa 20 minuten mooi bruin.

bereidingstip

Zelf bechamelsaus maken is eenvoudig: laat 50 g boter langzaam smelten en roer er 25 g bloem doorheen tot het papje van de bodem loslaat. Laat dit vooral niet bruin worden. Voeg beetje bij beetje 1/2 liter warme melk toe en roer flink zodat er geen klontjes kunnen ontstaan. Breng de saus aan de kook en laat hem al roerende op lage stand nog minimaal 5 minuten zachtjes pruttelen. Breng de bechamel op smaak met zout en peper.