Limburgse Victoriavlaai

• 1 Kneed een brooddeeg van de broodmix, melk, boter en citroenrasp. Laat het deeg rijzen volgens de aanwijzingen op de verpakking.
• 2 Splits 1 ei. Klop door de eidooier de overige eieren, 125 ml slagroom, de helft van de suiker en de advocaat. Zet even in de koelkast.
• 3 Kneed het deeg na het rijzen nog een keer door. Vet de vorm in, rol het deeg iets uit op een met bloem bestoven werkblad en bekleed de vorm ermee. Prik met een vork gaatjes in de deegbodem. Laat afgedekt met vershoudfolie nog circa 15 minuten rijzen. Verwarm de oven voor op 180°C.
• 4 Meng de ananas met de appel en verdeel dit over de deegbodem. Schenk het ei advocaatmengsel erover en bak de vlaai in het midden van de oven in 50-55 minuten lichtbruin en gaar. Klop intussen het eiwit los. Meng er 3 eetlepels suiker en de amandelen door en verdeel dit mengsel over de bakplaat.
• 5 Neem de vlaai uit de oven en laat afkoelen. Schuif de bakplaat met amandelen in de warme oven en rooster in circa 10 minuten goudbruin. Laat afkoelen.
• 6 Klop de rest van de slagroom stijf met de rest van de suiker. Neem de vlaai uit de vorm, verdeel de slagroom erover en strijk glad. Bestrooi met het gesuikerde amandelschaafsel.

bereidingstip

Maak zelf een gistdeeg van 200 gram bloem, 20 gram verse gist (opgelost in 100 ml lauwe melk), 15 gram boter, 2 eetlepels witte basterdsuiker, 1 eidooier en 2 eetlepels arachide- of zonnebloemolie.