-
1
Neem vers fruit als appels, peren, abrikozen, perziken, pruimen, bessen of aardbeien. Spoel het fruit af, schil het en verwijder eventuele pitten en klokhuizen.
-
2
Kook de vruchten met weinig water: houd op 4 kopjes fruit een half kopje water aan. Voeg
1 eetlepel citroensap en eventueel kruiden of specerijen (bijvoorbeeld gehakte basilicum, rozemarijn, een snufje kaneelpoeder of nootmuskaat) toe.
-
3
Kook zachtjes 10-15 minuten tot het fruit gaar is. Roer goed en stamp het iets fijn. Voeg naar smaak
1 eetlepel suiker toe. Laat al roerend 5 minuten sudderen tot de vruchtenpuree iets dikker is.
-
4
Pureer het fruit met een staafmixer of in een blender glad. Giet deze puree op een bakplaat met bakpapier tot een dikte van maximaal 1/2 cm.
-
5
Laat dit 8-12 uur langzaam drogen in de oven (60ºC), liefst alleen met onder- en bovenwarmte.
-
6
Het is klaar als het fruit niet meer plakkerig is en een glad oppervlak heeft. Snijd er brede plakken van en rol deze op.
voedingswaarde (per 100 gram/ml)
energie |
0 kcal |
vet |
0 gram |
verzadigd vet |
0 gram |
koolhydraten |
0 gram |
eiwit |
0 gram |