- 1 Verwarm voor de karamelsaus de suiker met 2 eetlepels water en een snuf zout in een (steel)pan met dikke bodem. Laat rustig goudbruin worden, zonder te roeren. Draai de pan af en toe voorzichtig heen en weer.
- 2 Verwarm in een tweede pan de helft van de boter met de slagroom. Giet voorzichtig de warme room bij de gekaramelliseerde suiker en roer met een houten spatel tot een gladde karamel.
- 3 Klop intussen een glad en egaal pannenkoekenbeslag van de bloem, melk en eieren. Verhit een klontje boter in een koekenpan. Schep steeds een beetje beslag in de pan en bak de pannenkoekjes rondom goudbruin. Herhaal tot het beslag op is.
- 4 Verwarm voor de appels 25 gram boter in een koekenpan. Voeg de appels en rozijnen toe en bestrooi met kaneel. Bak in circa 10 minuten gaar en goudbruin.
- 5 Verdeel de appeltjes over de pannenkoekjes en rol op. Besprenkel met de karamelsaus en serveer direct.