De naam van de perzik doet vermoeden dat deze vrucht uit Perzië komt. Niet is minder waar. de perzik komt oorspronkelijk uit Zuid-Azië. De Romeinen leerden de vrucht in Perzië kennen en gaven hem de naam Prunus Persica, wat Perzische pruim betekent. Vandaar de naam perzik.
Perziken zijn met uitzondering van de maand april het hele jaar door verkrijgbaar. Ze komen onder andere uit Griekenland, Zuid-Afrika, Chili , Spanje, Frankrijk en Italië.
De perzik heeft zoet vruchtvlees. Perziken zijn goed uit het vuistje te eten. Meegekookt of gebakken zijn ze heerlijk in kip-, varkensvlees- of rijstgerechten. Ook kunnen perziken gebruikt worden in allerlei nagerechten met vers fruit en op een taartbodem met banketbakkersroom.
De perzik is een ovaalronde steenvrucht met een fluweelachtige schil, die in kleur varieert van groenwit tot goudgeel met een rode blos. Perziken hebben zacht, geurig en sappig, wit tot geel vruchtvlees. Rondom de grote, geribbelde pit is het vruchtvlees soms iets rood gekleurd.
Perziken horen er gaaf en fris uit te zien. De schil is zeer kwetsbaar. Houd de vruchten dan ook goed in de gaten, want gekneusde vruchten schimmelen en rotten snel.
Afhankelijk van de rijpheid bij aankoop zijn perziken op een koele plaats 1 tot 3 dagen te bewaren en in de koelkast 3 tot 7 dagen.
Was de vrucht en verwijder bij verwerking in gerechten de pit. Doe dit door de vrucht te halveren en hem rondom de pit in te snijden. Het rijpe vruchtvlees laat zich dan makkelijk los trekken van de pit. Schil de perzik met een scherp mes indien gewenst.
WEB01-SPAR-PU